(‘Relatie in de lift’; deel 2)
Ze bleef nog in de deuropening staan. Hetzelfde deed mijn grootmoeder als we op bezoek waren geweest. Zwaaien voor haar huis als we wegreden, het hofje rond en voordat we rechtsaf uit het zicht verdwenen aan de andere kant van het grasveldje nog een keer zwaaien. Iemand is pas werkelijk vertrokken op het moment dat hij niet meer te zien is. De liftdeuren sloten.
‘Als we magneten waren, bleven we altijd bij elkaar.’ Het was haar manier om te zeggen dat ze ons niet genoeg bij elkaar vond passen. Het kostte haar te veel moeite om het leuk te hebben. Ik vond het een rare uitspraak van haar. In mijn beleving gaan de dingen die ik leuk vind vanzelf en gaat het niet vanzelf, dan vind ik het niet leuk. Ik deed ook moeite, maar daar beleef ik plezier aan. Ze zag ook wel dat ik probeerde het haar naar de zin te maken, maar etentjes en films waren niet genoeg. Zij wilde samen zijn en niets hoeven doen. Tijd verspillen met gesprekken over de smaak van marshmallows die we tot misselijkheid toe verorberden terwijl we in bed lagen. Onze belevingswereld bestond te veel uit praktische uitvoering van activiteiten, waardoor we geen energie meer hadden elkaar te leren kennen. Op deze manier was ik slechts opvulling in haar leven.
Ze vond dat je elkaar hoort aan te vullen. We kwamen bijvoorbeeld te weinig bij mijn familie. Maar ik ben nu eenmaal geen familie mens. Het kleffe gedoe bij haar ouders kon ik eigenlijk al niet tegen, maar omdat ik mij als nieuwkomer aan de zoenerij kon onttrekken, ging ik met haar mee. Ik deed het voor haar, omdat zij het zo graag leek te willen. Ze had me moeten vertellen dat ze mijn familie vaker wilde zien, in plaats van mij te willen laten zien hoe leuk het kon zijn bij haar familie.
Ze kon mij niet aanvullen, maar had ook het gevoel dat ik haar niet aanvulde. Ze wilde dat ik de dingen overnam die zij moeilijk vond. Keuzes maken bijvoorbeeld. Dan verbaast het me nog dat zij het uit maakte, en ik ben nu eigenlijk wel benieuwd hoe lang ze daar over gedaan heeft. Ik las haar te veel de les of liet haar spartelen, terwijl ik haar juist sterker wilde maken. Op zijn minst heb ik haar onafhankelijker gemaakt. De sneden in mijn eigen vingers heb ik weten te zetten met een kaasschaaf.
Werd ik niet overweldigd door haar verwijtenstroom, dan had ik haar kunnen vertellen hoe ik erover dacht. Ik wil graag versterkt worden door de ander. Ook al zijn het de slechts eigenschappen. Heb ik soms geen zin in college, laat haar luiheid het mijne versterken en we met aan kinderlijkheid grenzende onvolwassenheid door de straten rennen om bij zo veel mogelijk mensen aan te bellen. Ik wil de krant niet gelezen hebben, want de wereld van ons tweeën moet genoeg zijn. Eén plus één is drie.
Het lijkt erop dat het goed is gelijkenissen met elkaar te vertonen. Je past beter bij elkaar en het kost minder werk je relatie gaande te houden. Al kan je met hard werk heel ver komen, en dikwijls verder dan met slechts talent. Weinig strijd geeft tijd om het met elkaar te hebben over gevoelens en inzichten, terwijl na een ruzie over praktische zaken vaak wel even klaar bent met praten.
Toen zij klaar was met praten, stond ik weer in de lift. Wat liefde voor haar betekent, weet ik nu. Onwetendheid is de beste remedie tegen emotie. Naïviteit komt echter in de buurt, wel vond het moeilijk van liefde te onderscheiden. Maar het blijkt zonder recept verkrijgbaar. Het kostte veel moeite de schuld buiten mijzelf te leggen in deze afgesloten ruimte. Het sluiten van de liftdeuren had niet alleen haar doen verdwijnen, ik was verschenen. De muren bekleed met mijn vage spiegelbeeld in de matmetalen panelen. Had zij mij verlaten of was ik mijzelf tegen gekomen?
De publicaties op deze site zijn auteursrechtelijk beschermd. // © 2006-2024 Co|Ma Alle rechten voorbehouden.
[…] het vervolg: What goes up, must come down) (4.73) 11 x gestemd Loading […]
mooi, heel treffend